×

cijfers

De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) publiceert jaarlijks in opdracht van het Vlaams Departement Omgeving cijfers over de evolutie van de CO2-uitstoot in Vlaanderen. CO2 is een broeikasgas dat vrijkomt door de verbranding van fossiele brandstoffen zoals olie, kolen en gas en dat in grote mate verantwoordelijk is voor de klimaatverandering. De cijfers van VITO worden gebruikt om de doelstellingen uit het burgemeestersconvenant op te volgen. Daarnaast monitort Vlaanderen de doelstellingen uit het Lokaal Energie-en Klimaatpact. Ook op de website van Provincies in cijfers vind je heel wat nuttige klimaatcijfers.

Hieronder kan je enkele Kempense cijfers en tendensen terugvinden. Deze cijfers werden verzameld op 31 juli 2024 op basis van de meest actuele en beschikbare cijfers.

CO2-uitstoot Kempen daalt met 13% tussen 2011 en 2022

Recent gepubliceerde cijfers tonen aan dat in 2022 de CO2-uitstoot in de Kempen 13% langer ligt dan in 2011. We zien dat de structureel dalende trend sinds 2014 zich doorzet en versterkt wordt door de energiecrisis in 2022 (in 2020 veroorzaakte de pandemie een dip in de CO2-uitstoot terwijl in 2021 de heropleving van de economie zorgde voor een verhoogde CO2-uitstoot). Hoe dan ook, ondanks de dalende trend liggen de jaarlijkse uitstootcijfers boven de trendlijn om tegen 2030 de doelstelling van - 40% CO2-uitstoot te halen. Extra inspanningen zijn nodig om deze doelstelling te halen

 

 

Onze energievraag daalt amper

Het energieverbruik in de Kempen blijft sinds 2011 schommelen rond een zelfde niveau (jaarlijks ongeveer 12.800 GWh) met een plotse piek in 2021 (13.780 GWh). 2022 is het eerste jaar dat de energievraag kleiner is dan in het referentiejaar 2011. Een significante daling van onze energievraag is essentieel om de Kempen2030-doelstellingen te kunnen realiseren.

Hernieuwbare energieproductie stijgt, met zon en wind nek aan nek

Dat onze CO2-uitstoot daalt terwijl onze energievraag hetzelfde blijft, hebben we te danken aan een toenemend aandeel lokale, hernieuwbare energieproductie. In 2020 werd 8,1% van de totale energievraag van alle sectoren in onze regio lokaal hernieuwbaar opgewekt. Kempen2030 heeft de ambitie om dit cijfer op te trekken naar 32%.

Het aandeel hernieuwbare energie uit zonnepanelen en windturbines is nagenoeg gelijk (beide ongeveer 35%). 

 

De windenergieproductie in de Kempen is vervijfvoudigd in de periode 2011-2024. Het aantal windturbines steeg in diezelfde periode van 20 naar 100. 

 

3 sectoren met dalende energievraag

Slechts 3 sectoren slagen er in om de energievraag structureel te verkleinen. Huishoudens, industrie (niet-ETS) en openbaar vervoer. Zo daalde het huishoudelijk energieverbruik in de Kempen van 2011 tot 2022 met 17%. De CO2-uitstoot van de huishoudens is zelfs gedaald met 27%. Een duidelijke trendbreuk.

Ons woningpatrimonium wordt dus geleidelijk aan energiezuiniger. Dit hebben we te danken aan de zeer energiezuinige nieuwbouw maar ook aan het beter isoleren van bestaande woningen. Toch is er voor bestaande woningen nog steeds een grote inhaalbeweging nodig. De huidige renovatiegraad in België bedraagt 1% en moet minstens verdrievoudigd worden om de klimaatdoelstellingen te halen. Finaal moet de shift gemaakt worden van fossiel naar hernieuwbaar (vb. van aardgas naar warmtepompen, warmtenetten of andere duurzame technieken).

Als we ETS-sectoren (Emission Trading System = grote energie-intensieve bedrijven die aan emissiehandel doen) niet meetellen, zijn huishoudens verantwoordelijk voor 31,6% van het energieverbruik in de Kempen.

Uitdaging voor bedrijven en vervoer blijft groot

Het energieverbruik en de CO2-uitstoot van de landbouw stijgt met respectievelijk 66% en 45% in de periode 2011-2022. Dit is in belangrijke mate toe te schrijven aan de glastuinbouwsector die in deze periode een sterke groei heeft gekend in de Noorderkempen en voor belangrijke uitdagingen staat om de warmtevraag om te bouwen van fossiel naar hernieuwbaar.

Zowel voor landbouw als industrie is de transitie complex: deze sectoren maken immers gebruik van specifieke technieken en processen. Bij de industrie tekent zich sinds 2015 een licht dalende trend af. In 2022 realiseerde de industrie (niet-ETS) een daling in de energievraag van 6% en zelfs 20% minder CO2-uitstoot. Bij de tertiaire sector en het vervoer is er eerder een licht stijgende trend in de energievraag. In de tertiaire sector heeft het energiecrisisjaar 2022 evenwel gezorgd voor een trendbreuk. Bij het openbaar vervoer is een dalende trend waarneembaar van 18% minder energievraag en 25% minder CO2-uitstoot in 2022. 

Hoge verhardingsvoetafdruk

In 2022 kende de Kempen een verhardingsvoetafdruk van 375 m² verharde oppervlakte per inwoner. Dat is veel meer dan de Vlaamse verhardingsvoetafdruk van 307 m². Bovendien groeide de Kempense verhardingsvoetafdruk de voorbije 10 jaar met jaarlijks 14 m² per inwoner aan.

Grote lokale verschillen

Gemeenten met de grootste daling in hun CO2-uitstoot zijn meestal gemeenten met een groot aandeel aan lokaal geproduceerde hernieuwbare energie. Een voorbeeld hiervan is Meerhout, een eerder kleine gemeente met 7 grote windturbines. In Meerhout is zo de CO2-uitstoot in 2022 met 31,5% afgenomen ten opzichte van 2011. Hoogstraten en Geel scoren goed op vlak van lokale groene stroomproductie. 28% van de groene stroomproductie in de Kempen wordt geproduceerd op grondgebied van Geel en Hoogstraten. Hoogstraten heeft maar liefst 19 operationele windturbines. Olen is de enige Kempense gemeente die ook waterkracht gebruikt om groene stroom te produceren. 

Merksplas heeft procentueel het hoogste aantal afnemers van groene stroom. 86,3% van de elektriciteitscontracten in Merksplas zijn groene stroomcontracten. Vosselaar heeft procentueel het hoogste volume groene stroom. 67,1% van de in 2022 verbruikte groene stroom in Vosselaar was groen. 

Grobbendonk scoort goed op vlak van zonnepanelen. Op 13,2% van de daken in Grobbendonk liggen zonnepanelen. Daarmee scoort de gemeente het hoogste in de Kempen, waar gemiddeld 8,6% van de daken zonnepanelen hebben. 

Balen heeft procentueel het hoogste aantal zonneboilers. 2,4% van de woningen heeft er een zonneboiler. Dessel heeft procentueel het hoogste aandeel warmtepompen. 3,6% van de woningen in Dessel heeft een warmtepomp.

 

Het versneld energiezuinig maken van onze woningen is een uitdaging. Eerder lazen we dat 31,6% van onze energievraag afkomstig is van huishoudens. Baarle-Hertog heeft met 65% het hoogste percentage appartementen en eengezinswoningen met een EPC label van A, B of C.

 

Ook het particulier en commercieel vervoer vraagt veel energie: 20,3% van onze energievraag is afkomstig van deze sector. Turnhout heeft het laagste aantal wagens per 100 huishoudens, namelijk 94,1 wagens. Turnhoutenaren kiezen voor alternatieven voor korte verplaatsingen. De stad heeft het hoogste percentage inwoners (84,7%) die zich voor korte afstanden minstens wekelijks te voet of met de fiets verplaatsen. Oud-Turnhout heeft met 1,4% het hoogste percentage personenwagens op elektriciteit. 

 

Verschillen tussen gemeenten hangen vaak samen met lokale ontwikkelingen binnen energie-intensieve sectoren. Een voorbeeld hiervan is een aantal gemeenten in de Noorderkempen, met een sterk groeiende glastuinbouwsector. Deze gemeenten zien hun CO2-uitstoot stijgen. De glastuinbouwsector heeft grote stappen gezet door in te zetten op efficiënte technieken met lage emissies, in de vorm van WKK’s (warmtekrachtkoppeling), maar deze zijn voorlopig nog in grote mate afhankelijk van fossiele brandstoffen. De sector onderzoekt hoe ze hun energievraag kunnen ombuigen van fossiele naar hernieuwbare energie.

Op vlak van verharding scoort Turnhout het beste. De stad heeft de kleinste verhardingsvoetafdruk in de Kempen. Herselt is de enige gemeente in de Kempen waar in periode 2013-2022 de oppervlakte verharding niet is toegenomen. In de rest van de Kempen is in de periode 2013-2022 de oppervlakte verharding toegenomen met 1827 hectare.

 
Opmerkingen bij cijfers 
  • Bovenstaande cijfers houden geen rekening met
    • Uitstoot ETS-bedrijven of grote-energie intensieve bedrijven die aan emissiehandel doen (ETS staat voor Emission Trading System)
    • Niet-energiegebonden uitstoot van de landbouwsector (lachgas en methaan)
    • Uitstoot voertuigen op autosnelwegen
    • Uitstoot treinen
  • Tertiaire sector zijn handelszaken, KMO's, kantoren, scholen

bekijk de cijfers van het burgemeestersconvenant

bekijk de cijfers van het Lokaal Energie-en Klimaatpact